Home

Personen- en familierecht

Strafrecht

Kosten

Algemene voorwaarden

Kantoorklachtenregeling

Rechtspraak

Contact


Rechtspraak

H.G.J. Ligtenberg in de rechtspraak:

22 ECLI:NL:RBOVE:2017:4256 Rechtbank Overijssel, 16-11-2017, 08.770027-16 en 08.770052-17 (P)
  Datum uitspraak 16-11-2017
  Datum publicatie 16-11-2017
  Rechtsgebied Strafrecht
  Soort procedure Eerste aanleg - meervoudig
  Inhoudsindicatie De rechtbank Overijssel heeft een 23-jarige man uit Vleuten veroordeeld tot 5 jaar cel. De man is schuldig bevonden aan de verkrachting van een destijds 12-jarig meisje in de trein tussen Zwolle en Nijmegen op 6 mei 2015. Daarnaast wordt hij veroordeeld voor het maken en in bezit hebben van kinderporno.
   
21 ECLI:NL:RVS:2017:3090 Raad van State, 15-11-2017, 201609344/1/A2
  Datum uitspraak 15-11-2017
  Datum publicatie 15-11-2017
  Rechtsgebied Bestuursrecht
  Soort procedure Hoger beroep
  Inhoudsindicatie Bij besluit van 30 juli 2015 heeft de raad de aanvraag om een toevoeging voor rechtsbijstand ten behoeve van [appellant] afgewezen.
   
20 ECLI:NL:GHARL:2017:4851 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 02-06-2017, 21-005835-15
  Datum uitspraak 02-06-2017
  Datum publicatie 08-06-2017
  Rechtsgebied Strafrecht
  Soort procedure Hoger beroep
  Inhoudsindicatie Poging tot zware mishandeling door met een personenauto op neef in te rijden.
   
19 EECLI:NL:GHARL:2017:4850 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 02-06-2017, 21-005836-15
  Datum uitspraak 02-06-2017
  Datum publicatie 08-06-2017
  Rechtsgebied Strafrecht
  Soort procedure Hoger beroep
  Inhoudsindicatie Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
   
18 ECLI:NL:RBOVE:2017:2228 Rechtbank Overijssel, 31-05-2017, 08/770027-16 en 08/770052-17 (P) (gevoegd ter terechtzitting)
  Datum uitspraak 31-05-2017
  Datum publicatie 31-05-2017
  Rechtsgebied Strafrecht
  Soort procedure Eerste aanleg - meervoudig
  Inhoudsindicatie De meervoudige strafkamer van de rechtbank Overijssel vindt het noodzakelijk dat er aanvullend onderzoek wordt gedaan naar een zedendelict in een trein tussen Zwolle en Nijmegen op 6 mei 2015. Dit is nodig om goed te kunnen beoordelen wat er in de trein is gebeurd. Tussenvonnis.
   
17 ECLI:NL:GHARL:2016:7369 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 15-09-2016, 200.186.598
  Datum uitspraak 15-09-2016
  Datum publicatie 02-12-2016
  Rechtsgebied Civiel recht
  Soort procedure Hoger beroep
  Inhoudsindicatie Wijziging kinder- en partneralimentatie. Convenant, doorbreking niet-wijzigingsbeding. Falend beroep op dwaling.
   
16 ECLI:NL:CRVB:2016:1982 Centrale Raad van Beroep, 31-05-2016, 14-5263 WWB
  Datum uitspraak 31-05-2016
  Datum publicatie 07-06-2016
  Rechtsgebied Strafrecht
  Soort procedure Hoger beroep
  Inhoudsindicatie Intrekking. Herziening. Verzwegen gezamenlijke huishouding. Onweerlegbaar rechtsvermoeden. Getuigenverklaringen onvoldoende bewijs. Waarnemingen onvoldoende bewijs hoofdverblijf. Slechts indruk hoofdverblijf.
   
15 ECLI:NL:RBMNE:2014:391 Rechtbank Midden-Nederland, 24-01-2014, 16-661939-13
  Datum uitspraak 24-01-2014
  Datum publicatie 05-02-2014
  Rechtsgebied Strafrecht
  Soort procedure Eerste aanleg - enkelvoudig
  Inhoudsindicatie Veroordeling in verband met diefstal met geweld en afpersing tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk.
   
14 ECLI:NL:RBMNE:2013:5826 Rechtbank Midden-Nederland, 20-11-2013, C-16-319513 - FA RK 12-787
  Datum uitspraak 20-11-2013
  Datum publicatie 26-11-2013
  Rechtsgebied Personen- en familierecht
  Soort procedure Eerste aanleg - enkelvoudig
  Inhoudsindicatie Verdeling huwelijksgoederengemeenschap; wagonstelsel; in Macedonië opengevallen nalatenschap valt niet in gemeenschap van goederen; geen onverkorte toepassing van artikel 1:94 lid 1 (thans lid 2) BW. Het Macedonische recht hanteert als uitgangspunt dat erfrechtelijke verkrijgingen tot het privé vermogen van de verkrijgende echtgenoot behoren. Het Macedonische wettelijke stelsel bevat in feite een wettelijke uitsluitingsclausule. Onverkorte toepassing van artikel 1:94 lid 1 BW (thans lid 2) zou de verwachtingen die de erflater vanwege het Macedonische goederenrecht ten aanzien van de gevolgen van de erfopvolging mocht hebben, tekort doen en moet daarom naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar worden geacht. Het zou bovendien strijdig zijn met de ratio van dit artikel dat de feitelijke situatie van uitsluiting (die naar Nederlands recht niet anders tot stand kan worden gebracht dan door middel van een testament, de wil van een erflater) immers juist beoogt te eerbiedigen.
   
13 ECLI:NL:GHARL:2015:1954 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 17-03-2015, 200.142.198
  Datum uitspraak 17-03-2013
  Datum publicatie 24-03-2013
  Rechtsgebied Personen- en familierecht
  Soort procedure Hoger beroep
  Inhoudsindicatie Partijen, van wie de vrouw ten tijde van de huwelijksvoltrekking de Macedonische en de man de Macedonische en de Nederlandse nationaliteit had, zijn op 8 juni 2007 te Skopje (Macedonië) gehuwd zonder het maken van huwelijkse voorwaarden. Na de huwelijksvoltrekking had de man zijn woonplaats in Nederland; de vrouw in Macedonië. De vrouw is een jaar en drie maanden na de huwelijksvoltrekking naar Nederland verhuisd. Tot dat moment werd het huwelijksvermogensregime beheerst door het Macedonische recht; vanaf dat moment is het Nederlands recht van toepassing geworden (wagonstelsel), zodat tussen partijen vanaf dat moment een gemeenschap van goederen is ontstaan. De vrouw heeft tijdens het bestaan van de huwelijksgemeenschap van haar vader onroerende zaken die zijn gelegen in Macedonië geërfd. Naar het oordeel van het hof zijn deze onroerende zaken in de gemeenschap gevallen, tenzij dat in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. De enkele omstandigheid dat de erflater niet erop bedacht hoefde te zijn dat de onroerende zaken in een gemeenschap van goederen zouden vallen, omdat naar Macedonisch recht een nalatenschap altijd uitsluitend toekomt aan degene die erfgenaam is en niet mede aan diens (toekomstige) echtgenoot is daarvoor onvoldoende. De overige omstandigheden in samenhang met de al genoemde omstandigheid rechtvaardigen naar het oordeel van het hof in deze zaak wel een beroep op de onaanvaardbaarheidsexceptie.
   
12 ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ5249 Rechtbank Midden-Nederland,
13-03-2013, 16/712191-10 [P]
  Datum uitspraak 13-03-2013
  Datum publicatie 22-03-2013
  Rechtsgebied Strafrecht
  Soort procedure Eerste aanleg - meervoudig
  Inhoudsindicatie Vrijspraak. Op grond van de stukken van het dossier, kan hetgeen aan verdachte ten laste is gelegd niet wettig en overtuigend bewezen worden.
   
11 ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ1487 Rechtbank Midden-Nederland,
07-02-2013, 16/655413-12
  Datum uitspraak 07-02-2013
  Datum publicatie 19-02-2013
  Rechtsgebied Strafrecht
  Soort procedure Eerste aanleg - meervoudig
  Inhoudsindicatie ISD toetsing: ISD voortzetten. Iedereen zit op 1 lijn. Verzoek nogmaals tussentijdse toetsing afgewezen.
   
10 ECLI:NL:GHARN:2012:BY9130 Gerechtshof Arnhem,
22-11-2012, 200.111.536
  Datum uitspraak 22-11-2012
  Datum publicatie 22-01-2013
  Rechtsgebied Civiel recht, Personen- en familierecht
  Soort procedure Hoger beroep
  Inhoudsindicatie De ouders stellen primair dat de gewone verblijfplaats van de kinderen in België is gelegen, maar gelet op de wijziging van de verblijfplaats van de ouders, nu in Marokko moet worden gezocht. Voldoende feiten en omstandigheden gebleken waaruit kan worden afgeleid dat sprake is van een gewone verblijfplaats van de kinderen in Nederland op 16 november 2011 (het tijdstip waarop het inleidende verzoekschrift werd ingediend) in de zin van artikel 8 lid 1 Verordening Brussel IIbis in Nederland hadden. Tijdens de mondelinge behandeling is ook duidelijk geworden dat de ouders pas op 27 december 2011 naar Marokko zijn verhuisd. Ook voor zover de ouders stellen dat bepalend is voor de grondslag van de bevoegdheid van de rechtbank de gewone verblijfplaats van de kinderen op 27 augustus 2011 (de datum waarop de raad een crisismachtiging tot uithuisplaatsing heeft verzocht) was de Nederlandse rechter in elk geval bevoegd ingevolge artikel 13 Verordening Brussel IIbis van dit verzoek kennis te nemen, nu op basis van de stukken duidelijk is dat de kinderen zich op dat moment in Nederland bevonden en de ouders onvoldoende aannemelijk gemaakt hebben waar de kinderen op dat moment hun gewone verblijfplaats hadden anders dan in Nederland.
   
9 Parket bij de Hoge Raad, 20-09-2011, 10/02926 E
  Datum uitspraak 20-09-2011
  Datum publicatie 20-09-2011
  Rechtsgebied Strafrecht
  Soort procedure Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2011:BQ9057
  Inhoudsindicatie OM-cassatie. Wet personenvervoer 2000 & Besluit Personenvervoer 2000. Het Hof heeft zijn beslissing zich onbevoegd te verklaren van de zaak kennis te nemen gegrond op het oordeel dat het voorschrift gesteld bij art. 127.1 onder c BPV 2000 zijn wettelijke grondslag vindt in art. 104.1 aanhef en onder c WPV 2000 en als zodanig als economisch delict is aangemerkt in art. 1 aanhef en onder 4 WED. Dat oordeel is onjuist. Tegen de achtergrond van de geschiedenis van de totstandkoming van de WPV 2000 en het BPV 2000 moet worden aangenomen dat het voorschrift gesteld bij art. 127.1 onder c BPV 2000 niet is gegrond op art. 104.1 aanhef en onder c WPV 2000, maar op art. 104.1 aanhef en onder a WPV 2000.
   
8 LJN: BQ9057, Hoge Raad, 10/02926 E
  Datum uitspraak 20-09-2011
  Datum publicatie 20-09-2011
  Rechtsgebied Strafrecht
  Soort procedure Cassatie
  Inhoudsindicatie OM-cassatie. Wet personenvervoer 2000 & Besluit Personenvervoer 2000. Het Hof heeft zijn beslissing zich onbevoegd te verklaren van de zaak kennis te nemen gegrond op het oordeel dat het voorschrift gesteld bij art. 127.1 onder c BPV 2000 zijn wettelijke grondslag vindt in art. 104.1 aanhef en onder c WPV 2000 en als zodanig als economisch delict is aangemerkt in art. 1 aanhef en onder 4 WED. Dat oordeel is onjuist. Tegen de achtergrond van de geschiedenis van de totstandkoming van de WPV 2000 en het BPV 2000 moet worden aangenomen dat het voorschrift gesteld bij art. 127.1 onder c BPV 2000 niet is gegrond op art. 104.1 aanhef en onder c WPV 2000, maar op art. 104.1 aanhef en onder a WPV 2000.
   
7 LJN: BR6471, Gerechtshof Amsterdam, 200.089,070
  Datum uitspraak 23-08-2011
  Datum publicatie 01-09-2011
  Rechtsgebied Personen- en familierecht
  Soort procedure Hoger beroep
  Inhoudsindicatie Gesloten jeugdzorg, geldigheid indicatiebesluit.
   
6 LJN: BO1398, Rechtbank 's-Gravenhage, 370755/JR RK 10-1925
  Datum uitspraak 18-08-2010
  Datum publicatie 28-10-2010
  Personen- en familierecht Straf
  Soort procedure Eerste aanleg - meervoudig
  Inhoudsindicatie Minderjarigen worden voor de duur van de ondertoezichtstelling uithuisgeplaatst omdat de ouders ondanks veel ingezette hulp en intensieve begeleiding niet in staat blijken de minderjarigen basale veiligheid en een positieve opvoedsituatie te bieden. Er is sprake van pedagogisch onvermogen bij de ouders. Gevreesd moet worden dat onherstelbare schade wordt aangericht aan de ontwikkeling van de minderjarigen als zij nog langer aan de zorg van de ouders worden toevertrouwd.
   
5 LJN: BG9800, Centrale Raad van Beroep, 07/2771 WWB
  Datum uitspraak 05-01-2009
  Datum publicatie 14-01-2009
  Rechtsgebied Bijstandszaken
  Soort procedure Hoger beroep
  Inhoudsindicatie Afwijzing aanvraag bijstand. Het College heeft terecht van appellant verlangd dat hij eerst opening van zaken zou geven over de exploitatie van hennepkwekerij en inzicht zou verschaffen in de daarmee verworven inkomsten en in de besteding daarvan dan wel de vorming van vermogen, waarna pas zou kunnen worden bepaald of en in hoeverre appellant en zijn echtgenote verkeerden in bijstandsbehoevende omstandigheden.
   
4 LJN: BP3935, Rechtbank Utrecht, 16/512403-10
  Datum uitspraak 18-01-2010
  Datum publicatie 10-02-2011
  Rechtsgebied Straf
  Soort procedure Eerste aanleg - meervoudig
  Inhoudsindicatie Vrijspraak ter zake van diefstal met geweld in vereniging. Verdachte is wel veroordeeld ter zake van mishandeling tot een werkstraf van 40 uren, waarvan 16 uren voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, met als bijzondere voorwaarde de maatregel Hulp en Steun.
   
3 LJN: BO9099, Gerechtshof Amsterdam, 200.072.428
  Datum uitspraak 23-11-2010
  Datum publicatie 28-12-2010
  Rechtsgebied Personen- en familierecht
  Soort procedure Hoger beroep
  Inhoudsindicatie Intrekking machtiging uithuisplaatsing zonder een daartoe strekkend verzoek.
   
2 LJN: BO1582, Centrale Raad van Beroep, 09/1249 ZW
  Datum uitspraak 20-10-2010
  Datum publicatie 25-10-2010
  Rechtsgebied Sociale zekerheid
  Soort procedure Hoger beroep
  Inhoudsindicatie Beëindiging van het recht op ziekengeld. De Raad ziet geen aanleiding hetgeen de bezwaarverzekeringsarts heeft vermeld in zijn rapporten voor onjuist te houden. Zowel de verzekeringsarts als de bezwaarverzekeringsarts hebben vastgesteld dat er sprake is van een ongestoorde nekfunctie. Geen sprake van een ernstige depressie die appellante belemmert haar functie uit te oefenen. Bij appellante was op en na 3 januari 2008 geen sprake van ongeschiktheid tot het verrichten van haar arbeid als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, als bedoeld in artikel 19, eerste lid, van de ZW. Geen sprake van een strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel.
   
1 LJN: BN2748, Rechtbank Utrecht, 16/710750-10 [P]
  Datum uitspraak 26-07-2010
  Datum publicatie 28-07-2010
  Rechtsgebied Straf
  Soort procedure Eerste aanleg - meervoudig
  Inhoudsindicatie Medeplegen brandstichting in bedrijfspand. Gevaar voor goederen, geen levensgevaar.